Karl Marx Universiteit en de bezetting

In de nacht van 17 op 18 februari 1969, rond de klok van vier, sloop een groep van twaalf studenten met ladders, kwasten en rode verf naar de toegangspoort van de Katholieke Hogeschool Tilburg. Ze hadden de nachten daarvoor, om beurten liggend in een greppel voor het gebouw, geobserveerd op welke tijden de bewaking langskwam. Koude nachten waren het; er lag sneeuw. Na een paar weken hadden ze het schema in beeld. Om vijf uur prijkte met grote letters op de wand boven de poort van het hoofdgebouw ‘Karl Marx Universiteit’. De universiteit droeg de naam van de negentiende-eeuwse Duitse grondlegger van de arbeidersbeweging, auteur van sleutelwerken als ‘Das Kapital’ en het ‘Communistisch Manifest’.

Met hun actie vroegen de studenten aandacht voor de gewenste democratisering van de universiteit, voor de eis om medezeggenschap. Dat lukte uitstekend: een paar uur later was de tekst doorgedrongen tot alle landelijk nieuwsmedia. Rien Siers, fotograaf van het Tilburgs Hogeschoolblad (nu: Univers), maakte als een van de weinigen foto’s van de geveltekst.

Het bestuur was echter weinig inschikkelijk, waardoor het op 28 april 1969 tot een bezetting van de universiteit kwam. Het was de eerste universiteitsbezetting in Nederland, kort daarna zouden onder meer Amsterdam, Nijmegen en Groningen volgen. Het conflict over medezeggenschap was aanleiding voor een kleine groep studenten om de eisen kracht bij te zetten door de telefooncentrale te bezetten. Wat overigens buitengewoon eenvoudig voor elkaar te krijgen was. De bezetting, hoe klein ook, deed president-curator Paul van Boven besluiten de hogeschool te sluiten. Waarna rector magnificus Cees Scheffer besloot om alle colleges en tentamens op te schorten. Dat betekende voor het wetenschappelijk personeel in feite een ‘van boven’ opgelegde staking tegenover alle studenten.

De Tilburgse bezetting duurde tot 7 mei, en de vraag van studenten om medezeggenschap en hervormingen in het hoger onderwijs maakte indruk. De ministerraad boog zich op 2 mei 1969 over de situatie in Tilburg. Men sprak, ook in verband met ongeregeldheden in Amsterdam op 30 april en 1 mei, over een ‘steeds verder om zich heen grijpende gezagscrisis’.

Karl Marx universiteit
Tilburg University Magazine - Bezetting Aula

Actie voor democratisering van de universiteit (afbeelding linksboven) en bezetting van de universiteit door studenten in 1969 (afbeelding rechtsboven)

Alle commotie ten spijt: de bezetting stond mede aan de wieg van Veringa’s Wet Universitaire Bestuurshervorming (WUB) uit 1971. Het curatorium en senaat maakten plaats voor een College van Bestuur, gecontroleerd door een universiteitsraad. Daarnaast kreeg elke faculteit een eigen bestuur, gecontroleerd door een faculteitsraad. Studenten gingen deel uitmaken van de diverse raden en kregen daardoor de door hen gewenste invloed. In de jaren negentig, met invoering van de wet Modernisering Universitaire Bestuursorganisatie (MUB), werden de bevoegdheden weer aanmerkelijk verminderd.

Na de bezetting van 1969 kende Tilburg nog enkele kortere bezettingen. In 1978, toen studenten Economie ijverden voor de invoering van het vak ‘Politieke economie en maatschappelijke orde’ (PEMO) werd het huidige Cobbenhagengebouw bezet. In 1979 vond een korte bezetting plaats van het Koopmansgebouw vanwege bezuinigingsplannen bij de Faculteit Sociale Wetenschappen. Zelfs het sportcentrum werd ooit kort bezet: in 1984, door boze studenten die zich verzetten tegen het feit dat ook Hbo’ers toegang kregen tot de universitaire sportvoorzieningen. De vooralsnog laatste bezetting vond plaats in 1985,  vanwege de studiefinancieringsplannen van minister Deetman. Gebouw B (nu: Koopmans  Building) werd kortstondig bezet, wat er onder meer toe leidde dat toenmalig universiteitssecretaris Hopman een ruit stuk sloeg, om alsnog binnen te komen.

 

Meer over de historie en het academisch erfgoed

Het academisch erfgoed van Tilburg University is een zeer divers geheel van archieven, beeldmateriaal, collecties, apparaten, opgetekende verhalen et cetera die betrekking hebben op de geschiedenis van de universiteit.