Goossens Building

Goossens building

Het gebouw is vernoemd naar Thomas Goossens, de eerste rector magnificus van de instelling en heette tot 2006 ‘gebouw C’.

Goossens building

Dat was een logische naam: het eerste gebouw op de campus (huidige Cobbenhagen building) heette: ‘A’, het tweede (huidige Koopmans building) heette ‘B’. Gebouw C werd tegelijkertijd met gebouw B opgeleverd in 1972 en is ontworpen door Jos. Bedaux, tevens architect van de eerste twee gebouwen.

In het gebouw waren meerdere collegezalen, waaronder een met een capaciteit van 450 studenten, opgenomen. De grote zaal is – ook na een renovatie - in vrijwel oorspronkelijke staat is. In het gebouw bevinden zich nog steeds, net als in het begin, de apparatuur en werkruimtes van het rekencentrum, een van de voorgangers van het huidige Library and IT Services. Op de begane grond van het gebouw, aan de straatzijde, heeft sinds de eeuwwisseling een veelheid van afdelingen, instellingen en bedrijven hun onderkomen gehad. Waar aanvankelijk universitaire onderdelen als het Krities Informatie Sentrum in de jaren ’70 en ‘80 en Tilburg University Press (jaren ’90) te vinden waren, kwamen later winkels en bedrijven. Boekhandel Gianotten heeft er bijna tien jaar gezeten. Sinds 2014 is er een vestiging van koffiegigant Starbucks, inclusief terras en sinds 2017 een Albert Heijn.

Tegen de wand van de collegezaal op de eerste verdieping is een baksteenreliëf aangebracht van Lucas van Hoek, van wie zich ook twee werken in Simon building bevinden. Op de begane grond bevindt zich een bronzen beeld van Goossens, gemaakt door Albert Termote. Tegen de wand in de hal is in 2007 het kunstwerk Natura Artis Magistra van Rob Moonen aangebracht, waarin – verdeeld over vier schermen – groei- en bloeiprocessen, getijden en andere natuurverschijnselen vertraagd worden weergegeven.

Meer over de historie en het academisch erfgoed

Het academisch erfgoed van Tilburg University is een zeer divers geheel van archieven, beeldmateriaal, collecties, apparaten, opgetekende verhalen et cetera die betrekking hebben op de geschiedenis van de universiteit.