Departement Filosofie

Departement Filosofie

Mensen onder elkaar, verbroedering of kanibalisme?

Hoe verhouden mens zich tot elkaar? Hoe gaan ze met elkaar om? Hebben we elkaar meer dan ooit nodig en is er sprake van een wereldwijde verbroedering? Of is het hopeloos gesteld met de mens, bewijst de opstapeling van beestachtige daden in de geschiedenis dat we nooit nader tot elkaar zullen komen? In deze korte maar krachtige wijsgerige beschouwing worden deze stellingen tegen elkaar uitgespeeld.

'Alle Menschen werden Brüder'

Verbroedering is onvermijdelijk, maar ook een teken van vrijheid.

Wat valt aan te voeren als rechtvaardiging voor deze stelling? Voorstanders van deze stelling zullen beweren dat ze nog nooit zo waar is geweest als heden ten dage. Want nog nooit is het besef zo groot geweest dat we in een wereld leven waarin alle mensen van elkaar afhankelijk zijn. Achteraf beschouwd kan de onlangs afgesloten eeuw beschouwd worden als een leerschool die de mensheid keihard met dit gegeven heeft geconfronteerd. De beide wereldoorlogen leerden dat de politieke orde zo mondiaal geworden was, dat lokale oorlogen eigenlijk niet meer denkbaar waren. En nadat de kruitdampen van de tweede wereldoorlog waren opgetrokken, bleken er zulke huiveringwekkende wapens ontwikkeld te zijn, dat er serieus rekening mee gehouden moest worden dat een volgende wereldoorlog de hele mensheid zou uitroeien. De koude oorlog genereerde een wapenwedloop die de mens naar de ruimte voerde.

Steeds duidelijker werd dat het voortbestaan van de aarde een zaak van de hele mensheid is. Niet alleen omdat de tweede wereldoorlog een eind maakte aan de koloniale overheersing en ook andere dan de westerse volkeren hun plaats in de geschiedenis opeisten, maar ook omdat steeds duidelijker werd dat een eerlijk verdeelde welvaart op haar grenzen stootte. Mogelijke uitputting van grondstoffen en energiebronnen, grootscheepse levensbedreigende milieuvervuiling, vernietiging van eeuwenoude culturen, uitsterven van diersoorten, het kappen van de regenwouden, het waren allemaal verschijnselen die lieten zien dat de aarde een ondeelbaar erfgoed is dat aan de hele mensheid toebehoort.

Maar de broederschap is de mensen niet alleen maar opgedrongen als een soort defensieve reactie tegen een overmachtige buitenwereld die oorlog, dood en ellende in petto had. Veel belangrijker was de positieve kant van dezelfde medaille, namelijk het besef dat het typerend is voor de mens om zich niet te laten bepalen door vijandige machten. De mens bepaalt zichzelf. In die zin is hij vrij. In zijn vrijheid onderscheidt hij zich van alle andere wezens op aarde. De mens is 'doel in zichzelf' zoals Immanuel Kant het formuleert. De betekenis van de mens wordt niet afgemeten aan zijn nuttigheid voor iets anders of voor iemand anders. Hij hoeft zijn bestaansreden niet buiten zichzelf te zoeken. Dit geldt voor ieder menselijk individu. In dat opzicht zijn allen gelijk.

Het besef dat de mens 'doel in zichzelf' is, is meer dan een particuliere opvatting. De grootschalige bedreiging van de menselijke waardigheid heeft er alleen maar toe bijgedragen dat het belang van deze waardigheid beter werd ingezien. We leven nu in een wereld waarin mensenrechten centraal staan. Niemand hoeft te bewijzen dat hij er recht op heeft om te leven. Het recht van een ieder op een menswaardig bestaan is alom erkend. Dat betekent natuurlijk niet dat honger, onderdrukking en ellende feitelijk tot het verleden behoren. Maar het wordt niet langer vanzelfsprekend gevonden. Voor het eerst in de geschiedenis onderneemt de internationale gemeenschap militaire acties die ingegeven worden door schendingen van de mensenrechten.

De menselijke vrijheid en gelijkheid zijn niet altijd even vanzelfsprekend geweest. Het heeft lang geduurd voordat de slavernij niet vanzelfsprekend meer was. En nog steeds blijkt het moeilijk om mensen die in enig opzicht 'anders' zijn als gelijkwaardig te beschouwen. Maar de fundamentele betekenis van de menselijke gelijkheid blijkt toch wel uit het feit dat de geschiedenis gereconstrueerd kan worden als een proces waarin deze gelijkheid stap voor stap aan betekenis wint. Een belangrijke stap werd gezet in het Oude Griekenland, dat voor het eerst een democratische staatsvorm kende. Een andere belangrijke pijler in dit proces was het Christendom, dat leerde dat voor God alle mensen gelijk zijn. Daarmee is in principe al een vrijbrief gegeven voor de opstand tegen een overheid die deze gelijkheid niet erkent. In de Franse Revolutie wordt deze opstand daadwerkelijk voltrokken en wordt vrijheid, gelijkheid en broederschap tot politiek programma verheven. In onze tijd hebben vrijheid en gelijkheid ongekende dimensies gekregen. Nooit bestond er een samenlevingsvorm waarin zo velen een gelijke kans hebben om tot de top door te dringen. Nog nooit was er zoveel ruimte voor een privé-leven dat niet gecontroleerd wordt door een publieke moraal.

De mens is voor de mens een wolf

Vooruitgang bestaat niet!

Nee, zullen verdedigers van deze stelling zeggen, wie meent dat de huidige wereldorde op mensenrechten gebaseerd is en gericht is op verbroedering, moet zand in zijn ogen hebben. Nog steeds worden jaarlijks duizenden mensen vermoord door oorlogsgeweld. Kijk naar de honger in de wereld en naar de miljoenen kinderen die tot arbeid gedwongen worden die zich in niets onderscheidt van slavenarbeid. Wie de politici gelooft dat hun ingrijpen geïnspireerd kan zijn door schending van de mensenrechten is hooglijk naïef. Het gaat om heel andere belangen.

De stabiliteit van de heersende machten mag niet in gevaar gebracht worden door vluchtelingenstromen van miljoenen mensen. Of het gaat om olieleveranties of de toevoer van andere grondstoffen die niet in gevaar mag komen. Of er zijn afzetmarkten in het geding.

Ook onze zogenaamde democratische orde is niets meer dan een laagje vernis. Is het werkelijk waar dat iedere Amerikaanse staatsburger president kan worden? Wat begin je als je niet de steun van miljoenen dollars hebt? Is het waar dat de zogenaamde democratieën de leiders opleveren die het volk gewild heeft? Heeft het de moordpartijen van Hitler gewild, of de maffiapraktijken van Nixon? Wat heeft dat met menselijke waardigheid en broederschap te maken? Hebben we niet te vaak meegemaakt dat zogenaamde 'nette' politici als Craxi, Mittérand en Kohl, bij nader inzien toch afhankelijk waren van manipulaties die het daglicht niet konden verdragen?

Elke vooruitgang in de geschiedenis is een illusie. De mens is een eindig wezen, hij verhoudt zich tot machten buiten hem. Om voort te bestaan zal hij met deze machten moeten strijden. Daarbij heeft hij slechts de zekerheid dat hij uiteindelijk het onderspit zal delven, want tot nu toe is geen een mens onsterfelijk gebleken.

In essentie verandert er niets. De moderne mens is niet humaner dan zijn voorgangers. De barbaarse gruweldaden zijn van alle tijden. Maar het heeft evenmin betekenis om te zeggen dat de moderne mens slechter is dan zijn voorgangers, bijvoorbeeld omdat hij wapens heeft ontwikkeld die de vernietigingskracht uit het verleden vele malen overtreft. Want dat zou betekenen dat wordt aangenomen dat de mens in staat zou zijn om zich te ontwikkelen. De mens is inderdaad voor de mens een wolf. Mensen zijn niet beter of hoger dan dieren. Hoogstens kun je zeggen dat de mens in staat is om de machtsstrijd die hij voert in vele vormen te voeren.

Degenen die zin en progressie in de geschiedenis willen leggen, draaien de feiten eigenlijk precies om. Laat de geschiedenis immers niet zien dat de hogere waarden waarin de mensen wilden geloven stuk voor stuk op niets blijken te berusten? Achter elkaar werden ze onderuit gehaald: God, waarheid, subject. En het einde is nog steeds niet in zicht. Ooit zullen we schaterlachen om de vele duizenden die nu nog de straat op gaan om te protesteren tegen 'zinloos geweld'.

En wat nu?

Filosofie is geen loopgravenoorlog

Beide stellingen zijn dus kennelijk op een bepaalde manier te verdedigen. En dat niet alleen. Voor beide posities zijn gerenommeerde filosofen te vinden die ze voor hun rekening zouden willen nemen. Voor de eerste stelling zou je bijvoorbeeld aan Hegel kunnen denken en voor de tweede aan Nietzsche. Wie heeft er gelijk? Een serieuze discussie tussen beide posities lijkt nauwelijks mogelijk. Want wanneer gesteld wordt dat het gelijk (de waarheid) door argumentatie uitgemaakt moet worden, dan is de tweede positie bij voorbaat al buiten spel gezet. En als gesteld wordt dat wat als argumentatie geldt een kwestie van smaak is, dan wordt de eerste positie al niet serieus meer overwogen.

Wordt het hele filosoferen daarmee niet tot een hopeloos project? Dat hoeft niet zo te zijn. Filosoferen hoeft niet te betekenen dat je vasthoudt aan posities die je eenmaal hebt ingenomen. Wie wil argumenteren moet bereid zijn de posities die hij inneemt kritisch te bezien. Door bijvoorbeeld na te gaan of de ingenomen posities niet aan vooronderstellingen gebonden zijn die in strijd zijn met het standpunt dat expliciet beleden wordt. Zo zou je bijvioorbeeld ten aanzien van de tweede positie kunnen afvragen of het wel consistent is in de vorm van een filosofische stellingname naar voren te brengen dat de mens voor de mens een wolf is. Waarom moet daarover gereflecteerd worden? Is de mogelijkheid van deze reflectie geen weerlegging van de stelling? Of moet het filosoferen soms zelf als een machtsstrijd begrepen worden? Maar dan is er geen onderscheid tussen wat wel en wat geen filosofisch debat is. Is er dan überhaupt nog wel een filosofisch probleem? Of moet de objectie soms zijn dat het streven naar consistentie met een filosofische positie verbonden is die de rede centraal stelt, terwijl het nu juist die positie is die bestreden wordt? Maar dan lijkt alle filosofische argumentatie onmogelijk.

Het is trouwens nog maar de vraag of zulke fundamentele kwesties als de vraag naar menselijke vrijheid of de zinloosheid van de geschiedenis gegoten moeten worden in stellingen waar vervolgens over gediscussieerd wordt. Het gaat er waarschijnlijk veeleer om dat iemand die bijvoorbeeld meent vrij te zijn, zo goed mogelijk expliciteert wat hij hiermee bedoelt. Het filosofische gesprek begint wanneer zo iemand uitgedaagd wordt zich steeds verder te expliciteren. De stellingname van anderen dat ze andere opvattingen hebben, voegt aan het proces van filosoferen niets toe.

Ben je geïnteresseerd in een opleiding filosofie?

Dan kun je bij Tilburg University terecht voor een bachelor-, master- of lerarenopleiding in de filosofie. Filosofie studeren kan in Tilburg zowel in voltijd als deeltijd.